woensdag 4 december 2013

Twitter redt kalf!

Iedere koeienboer kent het. Meestal na een zware verlossing. Een kalf dat niet lekker op gang komt. Normaliter gaat het bij onze Angus koeien als volgt: he er loopt een kalf in de wei. Goh, ik dacht dat het nog wel een paar dagen zou duren. Flappen in de oren, aanmelden bij Sharon en klaar. Geen omkijken.
Maar nu was het pinkje iets te jong om te kalven. Dat doet de natuur. Stier Stan loopt zijn bullenpees achterna en denkt niet, heu die is nog te jong…  Zit er een vaarsje in dan gaat het meestal zonder probleem. Maar een stiertje is wat groter, en zo hadden we eergisteren een zware bevalling.
We hebben het koetje binnengehaald en vastgebonden. Pootjes en kop lagen goed  en waren een stukje onderweg naar buiten.  Dus hop touwtjes om de poten, geboortekrik erachter en trekken maar, elke seconde telt! Dat denken de dierenactivisten tenminste. Maar zo gaat het niet. Ja, er staat een geboortekrik in de hoek van de stal. Misschien wel 30 jaar oud is dat ding, nauwelijks gebruikt namelijk.  Dat ding is een noodscenario. Als je vastloopt ergens en niet meer terug kunt.  Of als je fysiek niet in staat bent om genoeg kracht uit te oefenen.  Natuurlijk zullen er lompe bruten zijn die de krik verkeerd gebruiken. Een vriend van mij had ooit meegemaakt op een Amerikaanse boerderij dat ze de trekker gebruikten om een kalf uit de koe te trekken.  Moet je daarom trekkers verbieden?
De meeste boeren met ervaring zullen net als wij doen:  Voelen in het bekken of er ruimte is voor de verlossing,  een beetje trekken aan de poten om te kijken of het meegeeft. Inschatten of de moeder nog goed meeperst.  Achterwerk schoonspoelen, glijmiddel in de buurt houden, touwtjes om de poten evt met stokjes voor goede grip, trekken als de koe perst,  extra aanzetten om kop en schouder erdoor te krijgen. Dan schuift het kalf verder tot op de heup.  Dan weer even wachten op het persen van de koe.  Gaat het goed dan komt het kalf helemaal.  Maar soms heb je hier een probleem en krijg je geen voortgang. En daar komt bij ons de krik soms uit de hoek.  Je kunt daar niet meer terug namelijk.  Bij ons mensen wordt dan ingeknipt, (ja ik was bij de bevalling van mijn zoon  en dat is echt niet fraai).  Daarvoor zou je de dierenarts kunnen inroepen, maar als je dan 20 minuten moet wachten, met een kalf hangend uit de koe? Komop. Gelukkig was het niet nodig en krijgen we het kalf krikloos ter wereld.  Kalf checken (geen slijm in de keel) schoon laten likken door de koe. Koe laten drinken. Droog plekje in het stro geven. 
Maar een kalf lijdt toch van een zware bevalling.  Ons stiertje had flink op zijn tong gebeten en wat last van de voorpootjes en kon niet goed staan.  Dat is vervelend want het allerfijnste moment voor de boer is het kalfje zien drinken bij de moeder.  Maar de zware gevallen hebben vaak de fles nodig voor de eerste biest.  De natuur zorgt voor een sterke zuigreflex,  alleen lukt dat niet met een gekneusde tong. Het gedoe dat dan volgt is herkenbaar voor de meeste koeienboeren.  Steeds maar weer proberen met  de fopspeen, warme biest er in te krijgen.  Voor de nacht komt moet er biest in en liefst een paar liter. Ook probeer je het kalf op de been te krijgen.  Als ie 24 uur ligt gaat hij snel achteruit. De spieren moeten geactiveerd worden anders staat hij nooit meer op.  Als het niet lukt is het  echt frustrerend, kost je uren, je komt nauwelijks aan anderen dingen toe.  Ik twitter mijn frustratie en krijg veel bijval. Tips, suggesties en sterktewensen.  En het duwtje in de rug om de sonde te gebruiken.  Dierenvrienden let op, we gaan namelijk een slang in de slokdarm  duwen tot in de maag en kiepen in tien seconden een liter biest in het kalf. Moest verboden worden of alleen door dierenarts gedaan worden toch? Dank je de koekoek.  Nee het is niet leuk om te doen en je moet wel echt voorzichtig zijn, maar wat een opluchting dan, als het kalf een uurtje later begint op te krabbelen, de ogen weer fris in de kop en de oren warm. Weer gerust je werk doen en rustig slapen.  En hopen op de volgende stap; kalf bij de koe aan de tiet.  Gelukkig is deze moeder heel mak en kan ik het kalf een speen in de bek proppen. Het lukte gisteren nog niet echt, maar als ik hedenochtend met een verse sondevoeding op stal komt staat hij doodleuk aan de moedermem te lurken. Pfft.  En derhalve hulde aan de tweet van FlorinaBlokland:
@heijerhof @Original_Andalu @sunnydream22 @boerenfluitjes @NielsFCWillems @flomok47 Yess! 1. Aandacht + 2. Sonde 3. + Twittersteun = Redding



donderdag 8 augustus 2013

Smaaktoer (11) Kweekvlees



Afgelopen weken was het een van de meest besproken nieuwtjes. De kweekhamburger die onder grote belangstelling werd geproefd door een paar genodigde eetschrijvers. Heel erg lekker was ie niet getuige de lauwe reacties. Ja het proefde wel een beetje naar vlees, maar was niet sappig, reageerden de proevers.  Vet werd node gemist. Een magere reactie voor de  tientallen genodigde journalisten.  “Wel apart”, hadden ze ook kunnen zeggen, hetgeen “niet lekker” betekent in een beleefde vorm. Maar goed de maatschappelijke implicaties van de hamburger uit het lab zijn natuurlijk nog een stuk interessanter dan de smaak. Het meningencircus draaide meteen op volle toeren.
Niet dat we haast hoeven te maken met ons oordeel. Volgens de man die de hamburger uit zijn lab toverde, voor de somma van een kwart miljoen euro, duurt het nog wel een jaar of 15 tot 20 tot de kweekburger betaalbaar op de markt kan komen. Tijd zat om er over na te denken dus.  Maar iedereen heeft zijn mening al klaar. De vegaburgerfabrikant vind zijn plantaardige lupineburger veel beter, nogal wiedes. De koeienboeren en slagers smalen dat het nooit zo lekker en puur kan zijn dan een echte volbloed hamburger.  Het is echter veel interessanter  om vragen te stellen over kweekvlees.
Is kweekvlees wel vlees?  Even uitleggen. Kweekvlees wordt gemaakt door stamcellen uit het bloed van een kalf te halen en dat te voeden met allerlei stoffen, grotendeels plantaardig.  Dat gebeurt in een laboratorium bij gecontroleerde omstandigheden.  Volgens de professor is dat veel efficiënter dan door een dier zelf.  Ik wil dat nog wel eens zien, want als het tweehondervijftigduizend euro kost, geloof ik dat niet.  Maar stel  het lukt; Gaan we akkoord dat het vlees is, en wel rundvlees?  Gebruiken we nu een stamcel van een konijn, kweken we dan konijnenbout? Een stapje verder, we prikken wat bloed van de baby van prins William en Kate, en we maken er een Royal steak van…. Nog iets verder in de toekomst bestellen we ons doe-het-zelf setje. Naald, petrischaaltje, voedingstoffen en broedstoofje. Voor je eigenste egoburger. Of is er dan sprake van kannibalisme?
Een andere discussie. Vlees uit een laboratorium willen we sowieso niet eten.  We zijn juist op weg naar de hernieuwde waardering voor puur, lokaal en vers.  Dat is wel waar, maar op heel veel pizza zit al jaren namaak gefabriekte kaas. En daar hebben we ook geen moeite mee. De stap van nepkaas naar nepvlees in de lasagne is misschien niet zo groot.
Tot slot (vooralsnog). Is het labvlees de oplossing voor het tekort aan voedzame eiwitten dat dreigt te ontstaan met de groeiende en rijker wordende wereldbevolking? Het lijkt een moeizame weg waar andere paden gemakkelijker begaanbaar zijn.  Meer plantaardig eten, insecten en algen kweken om  zelf te eten, of te gebruiken in diervoer bijvoorbeeld.  Maar er is nog tijd, ik ben benieuwd wanneer de  eerste kipfilet uit het lab komt, als dat al gebeurd….

Tot die tijd smakelijk eten.

woensdag 10 juli 2013

Smaaktoer (10) De Partij voor de Planten



Onlangs stond er een opmerkelijk bericht in de krant. Groenten  leven nog als ze vers in de schappen van uw groentespecialist liggen.  Als een plant wordt belaagd door insecten of door fysieke aanrakingen, zoals het oogsten, produceert ze afweerstoffen.  Een soort verdedigingsmechanisme. Misschien kunnen we het wel stress of zelfs  pijn noemen.  En dat proces gaat blijkbaar enkele dagen door.  Stel nou dat we de groentepijn konden omzetten in geluid. Het piepen van peentjes, het kreunen van komkommers  en de schreeuw van een sinaasappel die uiteengerukt wordt. Das effe slikken.  Dan zouden we binnen enkele jaren het snijden van groenten en fruit uitbesteden aan het snijhuis, de vegetarische evenknie van het slachthuis.  Toch?
De Partij voor de Planten komt dan toch dichterbij. Planten hebben immers ook rechten. Om hun natuurlijke gedrag te vertonen en om  verdoofd te worden voor de oogst. Om niet gepatenteerd te worden of gemanipuleerd? Of draaf ik nu door?
Nou heb ik eigenlijk ook een probleem met zogenaamde dierrechten. Hoe kunnen dieren rechten hebben wanneer ze die  niet  zelf op kunnen eisen en als ze geen invloed hebben op die rechten. En welke dieren hebben welke rechten? Over de rechten van de langpootmug of de lintworm heb ik nog nooit iemand gehoord.  Een van die rechten is dat dieren hun natuurlijke gedrag moeten kunnen vertonen. Welk natuurlijk gedrag? Van de trekkende kuddekoe in de savanne? Dat is verdomd lastig als je dieren in de landbouw gevangen houdt. Dat is sowieso onnatuurlijk. Of in huis. Want wat te denken van onze trouwe viervoeter. Op de puppie-cursus wordt het natuurlijke gedrag juist afgeleerd en ik vermoed dat Salinero in de natuur niet zulke rare dribbels zou maken. Het is allemaal nogal selectief en sentimenteel. Ik houd het erbij dat we de plicht hebben om dieren goed te verzorgen en leed te voorkomen. Dierenrechten zijn flauwekul. Over de planten ben ik er nog niet uit.

Wij verhouden ons tot dieren, zo is het altijd geweest, via de jacht en later via de veehouderij.  Andere dieren jagen op kleinere soorten, vogels eten vissen,  vossen eten vogels etc. Zo zie ik ook het gebruiken van dieren door de mens.  Alleen wij hebben de middelen om dat beschaafd te doen. En op die weg gaan we meer en meer. Er verandert heel veel de laatste jaren in de dierhouderij. Meer stalruimte, betere stalsystemen, minder antibiotica, nieuwe concepten met varkens  en kippen die buiten kunnen lopen.  Ga eens kijken op een bedrijf. Zoals jaarlijks bij Loeren bij de Boeren kan of op open dagen bij allerlei bedrijven en natuurlijk bij de Smaaktoer. Laat u leiden door eigen kennis en opinie en niet door partijen en organisaties die consumenten opjutten en  boeren in hun nek hijgen.


donderdag 27 juni 2013

Smaaktoer (9) Wie voedt de kuikens op en een ander vogelverhaal.




Met spreeuwen is het kwaad kersen eten. Vanuit ons perspectief dan. Spreeuwen zelf kunnen verdomd goed kersen eten. Ze zijn er helemaal verzot op Ze kunnen niet wachten tot ze rijp zijn. Ze pikken al direct de eerste lenteblosjes van de kersenwangetjes. De eerste spreeuwen twitteren direct al hun familie, vrienden en kennissen zodat je enkele dagen later al honderds spreeuwen op de koffie  hebt. Voor je het weet is het een kersenkerkhof onder de boom. Weer een jaar waar alleen de uitbundige voorjaarsbloei je vreugde heeft geboden. Maar dit jaar eens niet. We hebben  een net om de best dragende boom proberen te wikkelen. Halsbrekende toeren met ladders, voorladers, touwen  en lange stokken. Uiteindelijk is het half geslaagd. In ieder geval een behoorlijke kersenoogst in het vooruitzicht. Het gehannes in de boom deed de spreeuwen trouwens zeker een week wegblijven.  Mooi meegenomen. Omdat de spreeuw ook zijn goede kanten heeft sluiten we een deal. Zij een deel van de kersen, maar dan wel ‘s-ochtends vroeg op het hoekje van de stalnok de trillers, piepers en fluitjes laten horen. En met z’n honderden van die prachtige patronen vliegen tegen een herfstachtig wolkendek. Louter lof  trouwens voor een andere vogel, de boerenzwaluw. De JSF onder de vogels eet alleen insecten en wel 50.000 per week, blijft van de gewassen en heeft een onwaarschijnlijk mooie metallic kleur (net als de kievit). En ze komen iedere keer weer terug. (Deden de klanten dat maar.) Een vogeltje om onvoorwaardelijk van te houden.

Nog een boerderijvogel. De loslopende kip. De krielen die we van vrienden hebben gekregen zorgen voor een kip explosie. Kip tijdje foetsie. Drie weken later trippel trippel met haar kleintjes. Ik smelt. De eerste dagen lopen de kuikentjes onder de gespreide vleugels van de moederkloek. Bij gevaar duiken ze onder. Geen probleem:een stuk of twaalf kan ze er kwijt. Later verschijnt weer een kopje door de veren, en nog een.. Eentje floept er onderuit. En daar gaan ze weer. Moederkip is zorgzaam en vliegt  andere kippen, poes en boer aan als ze te dicht  in de buurt komen. De kuikentje piepen voortdurend en moeder tokkelt, koert en kroelt terug. In Wageningen hebben ze kippentaal geanalyseerd; Er wordt zinnig gepraat tussen kip en kroost. Er schijnen zeker 30 tot 40 kippenwoorden te bestaan. Zijn er zoogdieren buiten de mens die beschikken over zoveel woordenschat? Zelfs prenataal is er verbale communicatie.
Goed, nu scharrelen leren: Krabben met de linkerpoot, krabben met de rechterpoot. Een pasje terug en de kuikens laten pikken. Zij pakt iets op en legt het voor een kuikentje neer. En zo gaat dat dagen en weken door. De kuikentjes groeien en nemen steeds een stukje extra bewegingvrijheid. En dan opeens vliegen ze uit. Er vormen zich nieuwe groepjes rondom de beste haantjes en ja u raadt het al. Nu hebben ze dit jaar al zo’n 40 nieuwe kuikens grootgebracht. Want dat doen ze echt; grootbrengen. De  kuikens op de boerderij worden opgevoed. Terwijl alle productiekippen worden uitgebroed door machines. Geen moeder die ze leert om te eten, om beschutting te zoeken, om vijanden te herkennen, om woordjes te koppelen aan gebeurtenissen. Miljoenen wezen worden zomaar met (tien)duizenden in een groep gekwakt...

donderdag 13 juni 2013

Smaaktoer (8) Verspilling




Bij het opruimen van de kelder kwam ik onlangs een zakje boemboe tegen.  Een boemboe  is een geconcentreerd kruidenmengsel  gemaakt van fijn gevijzelde kruiden en specerijen.  Daarmee breng je de nasi of bami op smaak.  De uiterste houdbaarheidsdatum was ergens in 2009.  Nieuwsgierig als ik ben heb ik het zakje toch geopend. Het zag er nog  goed uit, geen schimmels, niet uitgedroogd, als nieuw. Ik heb er dan ook niet weggegooid,  gewoon nasi mee gemaakt, die prima smaakte en geen buikklachten heeft opgeleverd. 
Volgens schattingen wordt  30 tot  40 procent  van al het geproduceerde voedsel in de wereld niet opgegeten maar weggegooid. Opmerkelijk is dat in rijke landen het meeste wordt weggegooid door de consument.  In arme landen  gebeurt dat vooral  tijdens de distributie en opslag. Voor ons is het een luxe probleem, voor hen een logistiek gebrek.  Maar  er valt dus overal veel milieuwinst te halen als we minder voedsel verspillen.  Waar verspillen we ons voedsel?
Dat gebeurt door de hele keten, van boer, via veiling of fabriek en winkel  tot in huis. Laten we vooropstellen dat het best moeilijk is om de vraag van de consument goed te laten aansluiten op het aanbod van de boer. Beide hebben zo hun grillen. Bij lekker weer wordt er anders gegeten en gedronken dan bij slecht weer. En de oogst van de boer is evenzeer afhankelijk van het klimaat.  Zit alles mee bij de boer en zijn de opbrengsten super dan heb je zomaar overschot. En verse producten kun je niet zomaar weken bewaren. Gevolg is dat er producten doorgedraaid worden of soms zelfs hele gewassen gewoon omgeploegd worden.
Verder worden producten ook geselecteerd op kwaliteit en uiterlijk. Kromme komkommers of wortelen, appelen met een vlekje komen niet in de schappen en belanden soms ook  op de composthoop.  Waarom zou je deze tweede keus niet naast de eerste keus aanbieden in de winkel?  Of via de voedselbank verspreiden?
Alle verpakte producten  hebben een houdbaarheidsdatum.  Bij bederfelijke waren, zoals melk, vis en vlees, is dit een belangrijke datum. De kans dat de producten niet meer te eten zijn is na die datum best groot.  Voor de meeste producten echter is zo’n ten-minste-houdbaar-tot-datum  geen kwaliteitskwestie.  Het is een datum die aangeeft tot hoelang de producent zich aansprakelijk voelt voor kwaliteitsaspecten, meer niet.  Zelfs op zout staat een datum, gewoon omdat het wettelijk moet, terwijl dat zout miljoenen jaren oud is!  Velen gooien producten die over de datum zijn weg. En dat is nergens voor nodig.  Kijk, ruik en proef of een product nog goed is. Yoghurt kan best 2 of 3 weken goed blijven. Conserven blijven jaren goed.  Oordeel zelf.
Hoe nog meer verspilling te voorkomen? Bedenk van te voren goed wat je wil eten, maak een boodschappenlijstje en eet voor je boodschappen doet. Shoppen met een lege maag  zorgt voor vollere boodschappenkarretjes.  Plan elke week een kliekjesdag.  Koop niet alles op een dag in de week. Ga voor verse groenten en zuivel  apart naar de specialist. En tot slot: check je koelkasttemperatuur. Het beste is 6-7 graden Celsius. In de zomer moet je de instelling aanpassen.
Terug naar de nasi. Ik ga nu naar de toko, koop verse laos, gember en kurkuma. Fruit kleingesneden ui, prei, knoflook in zonnebloemolie, voeg de geraspte specerijen erbij, met komijn, koriander, zout en peper en sojasaus. Laat een tijdje sudderen en je hebt je eigen boemboe.  Lekker vers, eet smakelijk. Sambal bij?

donderdag 30 mei 2013

Smaaktoer (7) Sluipsuikers en verstopte vetten


Wij zijn gebouwd uit ons eten.  Best verstandig om gezond proberen te eten dus. Maar  wat is gezond eten?  Er zijn een paar gouden regels die niet tegen te spreken zijn. Kies voor variatie is een.  Daarvoor is de schijf van vijf bedacht. Vijf parten die staan voor groenten en fruit, granen en peulvruchten, vlees of zuivel, vetten en olie en  vocht.  Als je uit alle vijf schijven eet, krijg je alle noodzakelijk voedingsmiddelen binnen.  Regel 2: eet niet meer dan je nodig hebt. Ons lichaam is zo slim om overtollige inname op te slaan voor slechtere tijden.  Als je meer eet dan je lichaam verbruikt  dan wordt je zwaarder. En het maakt daarbij niet zo veel uit wat je te veel eet, suiker, vet of eiwit. Je lichaam weet er wel raad mee. En tja die mindere tijden komen dus niet…. Het is je gegund, maar de vele verlokkingen, overal waar je komt, maken het lastig.
Simpele basisregels, maar toch zijn er nog veel misverstanden en valkuilen.  In de meeste voorlichting over voeding wordt er tekeer gegaan tegen vet.  Dat zou de grote boosdoener zijn voor hart- en vaatziekten en overgewicht. Dit is er ingepeperd via landelijk campagnes zoals Let op Vet.  Inmiddels zijn de voedingswetenschappers veel genuanceerder.  Steeds meer worden suikers en andere koolhydraten aangewezen als de veroorzaker van allerlei ziekten.  Suiker wordt het nieuwe vet.  En let wel: ook brood, rijst, pasta en aardappels bestaan uit koolhydraten.  En teveel koolhydraten zet ons lichaam ook gewoon om in vet.  En we eten heel veel koolhydraten in Nederland. Brood bij het ontbijt, brood bij de lunch, aardappels bij de warme hap en pudding na.  Dus let niet enkel op vet  maar juist op suiker,  meel en patat.

Nog steeds te volgen? Nou in de praktijk is het lastig. Snoep, frisdrank, vette snacks dat kennen we wel. Maar  veel fruitsap  bevat vaak net zo veel suiker al frisdrank. Hazelnootpasta is 50% suiker.  Kruidkoek  30%  suiker en 20% meel. Een broodje gezond bevat soms meer calorieën dan een kroket.  En zo barst het van de producten die onschuldig lijken maar toch vol zitten met sluipsuikers en verstopte vetten.  Gruw je van een vetrand aan het vlees ?  Heb je liever zo’n groot roomijsje? Steek een stokje in een pakje boter en je weet ongeveer wat je binnenkrijgt…     Boerenkool met worst. Aardappel en boerenkool  koken, prakken, beetje zout en klaar. Worst erbij.  Eerlijke degelijke kost. Maar in de kant-en-klaar boerenkool met worst,  vind je  wel een stuk of twintig ingrediënten, waarvan de meeste niet in een keuken te vinden zijn.  Tja wil je echt weten wat je binnen krijgt koop verse spullen, kook zelf en eet smakelijk.

woensdag 8 mei 2013

Smaaktoer Leudal (6) Flexitarisme




Onze voorouders waren  jagers  en verzamelaars. Wat ze konden vangen, vissen, schieten of doodknuppelen aten ze op. Wat ze, struinend door velden en bossen konden plukken of uitgraven, verzamelden ze.  Dan stookten ze een vuurtje en roosterden de spullen. Iets wat genetisch verankerd lijkt,  gezien de populariteit van het tuinbraden zo gauw het weer het toelaat.  Volgens veel voedingsdeskundigen is ons lichaam  eigenlijk nog steeds afgesteld op dat soort eten.  Er zijn inmiddels heel wat volgers van dit zogenaamde Paleo-dieet. In het huidige tijdperk betekent dat een menu van dierlijk eiwit en groenten, vruchten en zaden en weinig koolhydraten. Helemaal top als je ook nog eens door een bos gaat joggen.
Maar  nu eten we toch vooral veel koolhydraten. Niet alleen suiker, maar ook pasta, brood, rijst, pizza  en aardappelen. Producten die zijn ontwikkeld nadat we van jagers veranderden in boeren. Want we gingen op een vaste plek wonen, bos kappen om  planten  te verbouwen en beesten houden in plaats van achter ze aan te hollen.  En dat is zo succesvol geworden dat we onze buikjes inmiddels te rond eten aan al die nieuwe  landbouwproducten, terwijl ons eet-DNA nog in de oerstand staat.
Zeker in Nederland, voedselproducent bij uitstek,  hebben we de luxe van elke dag vlees op ons bord en is de culinaire traditie: aardappels, vlees en groente en pudding na. Elke dag vlees is een verworvenheid die we koesteren en die men in opkomende landen in Azië en Afrika maar al te graag wil kopiëren. En daar gaat het misschien wel wringen in de toekomst.
Voor vlees is nu eenmaal meer grond, water en energie nodig dan voor groente, graan, fruit of peulvruchten. En als er serieuze voedselschaarste komt moeten we keuzes maken.
Je kunt nog verder gaan en de vleeseter als een milieucrimineel zien. Het stikt van dierenorganisaties en andere partijen die oproepen tot vegetarisme of veganisme.  Zij zien de wereld naar de knoppen gaan als we vlees blijven eten.  Dat is wat kort door de bocht, maar een punt hebben ze wel: het kan best wat minder. Om dat te promoten is het flexitarisme bedacht.  Neem een dag, of twee of drie, geen vlees en je bent een vriend van het milieu. Prima, doen!  Maar let wel op wat je als vervanging neemt. Als je het supervoedzame vlees vervangt door alleen kaas, pasta/rijst of aardappels en je het verlangen naar vlees   gaat compenseren door te snacken dan ben je voor je gezondheid slecht bezig. Vervang het vlees dus bij voorkeur door groenten of peulvruchten of vette vis. Dat is gezonder. Er zijn ook vleesvervangers, plantaardige nepschnitzels en kipsate’s. Ik heb er niks mee, maar ze zijn wellicht handig bij het afkicken.  Wil je echter serieus aan het flexiteren doe dan een kookcursus, bij voorkeur een vegetarische. Want een ding kan ik wel garanderen. Afwijken van het supertrio aardappel, groenten en vlees levert een enorme culinaire verrijking  op.  En daarmee komen we toch weer op de smaak, het belangrijkste aspect om te komen tot een gezond en plezierig eetpatroon.
Flex smakelijk!  Reacties? info@heijerhof.nl