donderdag 27 juni 2013

Smaaktoer (9) Wie voedt de kuikens op en een ander vogelverhaal.




Met spreeuwen is het kwaad kersen eten. Vanuit ons perspectief dan. Spreeuwen zelf kunnen verdomd goed kersen eten. Ze zijn er helemaal verzot op Ze kunnen niet wachten tot ze rijp zijn. Ze pikken al direct de eerste lenteblosjes van de kersenwangetjes. De eerste spreeuwen twitteren direct al hun familie, vrienden en kennissen zodat je enkele dagen later al honderds spreeuwen op de koffie  hebt. Voor je het weet is het een kersenkerkhof onder de boom. Weer een jaar waar alleen de uitbundige voorjaarsbloei je vreugde heeft geboden. Maar dit jaar eens niet. We hebben  een net om de best dragende boom proberen te wikkelen. Halsbrekende toeren met ladders, voorladers, touwen  en lange stokken. Uiteindelijk is het half geslaagd. In ieder geval een behoorlijke kersenoogst in het vooruitzicht. Het gehannes in de boom deed de spreeuwen trouwens zeker een week wegblijven.  Mooi meegenomen. Omdat de spreeuw ook zijn goede kanten heeft sluiten we een deal. Zij een deel van de kersen, maar dan wel ‘s-ochtends vroeg op het hoekje van de stalnok de trillers, piepers en fluitjes laten horen. En met z’n honderden van die prachtige patronen vliegen tegen een herfstachtig wolkendek. Louter lof  trouwens voor een andere vogel, de boerenzwaluw. De JSF onder de vogels eet alleen insecten en wel 50.000 per week, blijft van de gewassen en heeft een onwaarschijnlijk mooie metallic kleur (net als de kievit). En ze komen iedere keer weer terug. (Deden de klanten dat maar.) Een vogeltje om onvoorwaardelijk van te houden.

Nog een boerderijvogel. De loslopende kip. De krielen die we van vrienden hebben gekregen zorgen voor een kip explosie. Kip tijdje foetsie. Drie weken later trippel trippel met haar kleintjes. Ik smelt. De eerste dagen lopen de kuikentjes onder de gespreide vleugels van de moederkloek. Bij gevaar duiken ze onder. Geen probleem:een stuk of twaalf kan ze er kwijt. Later verschijnt weer een kopje door de veren, en nog een.. Eentje floept er onderuit. En daar gaan ze weer. Moederkip is zorgzaam en vliegt  andere kippen, poes en boer aan als ze te dicht  in de buurt komen. De kuikentje piepen voortdurend en moeder tokkelt, koert en kroelt terug. In Wageningen hebben ze kippentaal geanalyseerd; Er wordt zinnig gepraat tussen kip en kroost. Er schijnen zeker 30 tot 40 kippenwoorden te bestaan. Zijn er zoogdieren buiten de mens die beschikken over zoveel woordenschat? Zelfs prenataal is er verbale communicatie.
Goed, nu scharrelen leren: Krabben met de linkerpoot, krabben met de rechterpoot. Een pasje terug en de kuikens laten pikken. Zij pakt iets op en legt het voor een kuikentje neer. En zo gaat dat dagen en weken door. De kuikentjes groeien en nemen steeds een stukje extra bewegingvrijheid. En dan opeens vliegen ze uit. Er vormen zich nieuwe groepjes rondom de beste haantjes en ja u raadt het al. Nu hebben ze dit jaar al zo’n 40 nieuwe kuikens grootgebracht. Want dat doen ze echt; grootbrengen. De  kuikens op de boerderij worden opgevoed. Terwijl alle productiekippen worden uitgebroed door machines. Geen moeder die ze leert om te eten, om beschutting te zoeken, om vijanden te herkennen, om woordjes te koppelen aan gebeurtenissen. Miljoenen wezen worden zomaar met (tien)duizenden in een groep gekwakt...

donderdag 13 juni 2013

Smaaktoer (8) Verspilling




Bij het opruimen van de kelder kwam ik onlangs een zakje boemboe tegen.  Een boemboe  is een geconcentreerd kruidenmengsel  gemaakt van fijn gevijzelde kruiden en specerijen.  Daarmee breng je de nasi of bami op smaak.  De uiterste houdbaarheidsdatum was ergens in 2009.  Nieuwsgierig als ik ben heb ik het zakje toch geopend. Het zag er nog  goed uit, geen schimmels, niet uitgedroogd, als nieuw. Ik heb er dan ook niet weggegooid,  gewoon nasi mee gemaakt, die prima smaakte en geen buikklachten heeft opgeleverd. 
Volgens schattingen wordt  30 tot  40 procent  van al het geproduceerde voedsel in de wereld niet opgegeten maar weggegooid. Opmerkelijk is dat in rijke landen het meeste wordt weggegooid door de consument.  In arme landen  gebeurt dat vooral  tijdens de distributie en opslag. Voor ons is het een luxe probleem, voor hen een logistiek gebrek.  Maar  er valt dus overal veel milieuwinst te halen als we minder voedsel verspillen.  Waar verspillen we ons voedsel?
Dat gebeurt door de hele keten, van boer, via veiling of fabriek en winkel  tot in huis. Laten we vooropstellen dat het best moeilijk is om de vraag van de consument goed te laten aansluiten op het aanbod van de boer. Beide hebben zo hun grillen. Bij lekker weer wordt er anders gegeten en gedronken dan bij slecht weer. En de oogst van de boer is evenzeer afhankelijk van het klimaat.  Zit alles mee bij de boer en zijn de opbrengsten super dan heb je zomaar overschot. En verse producten kun je niet zomaar weken bewaren. Gevolg is dat er producten doorgedraaid worden of soms zelfs hele gewassen gewoon omgeploegd worden.
Verder worden producten ook geselecteerd op kwaliteit en uiterlijk. Kromme komkommers of wortelen, appelen met een vlekje komen niet in de schappen en belanden soms ook  op de composthoop.  Waarom zou je deze tweede keus niet naast de eerste keus aanbieden in de winkel?  Of via de voedselbank verspreiden?
Alle verpakte producten  hebben een houdbaarheidsdatum.  Bij bederfelijke waren, zoals melk, vis en vlees, is dit een belangrijke datum. De kans dat de producten niet meer te eten zijn is na die datum best groot.  Voor de meeste producten echter is zo’n ten-minste-houdbaar-tot-datum  geen kwaliteitskwestie.  Het is een datum die aangeeft tot hoelang de producent zich aansprakelijk voelt voor kwaliteitsaspecten, meer niet.  Zelfs op zout staat een datum, gewoon omdat het wettelijk moet, terwijl dat zout miljoenen jaren oud is!  Velen gooien producten die over de datum zijn weg. En dat is nergens voor nodig.  Kijk, ruik en proef of een product nog goed is. Yoghurt kan best 2 of 3 weken goed blijven. Conserven blijven jaren goed.  Oordeel zelf.
Hoe nog meer verspilling te voorkomen? Bedenk van te voren goed wat je wil eten, maak een boodschappenlijstje en eet voor je boodschappen doet. Shoppen met een lege maag  zorgt voor vollere boodschappenkarretjes.  Plan elke week een kliekjesdag.  Koop niet alles op een dag in de week. Ga voor verse groenten en zuivel  apart naar de specialist. En tot slot: check je koelkasttemperatuur. Het beste is 6-7 graden Celsius. In de zomer moet je de instelling aanpassen.
Terug naar de nasi. Ik ga nu naar de toko, koop verse laos, gember en kurkuma. Fruit kleingesneden ui, prei, knoflook in zonnebloemolie, voeg de geraspte specerijen erbij, met komijn, koriander, zout en peper en sojasaus. Laat een tijdje sudderen en je hebt je eigen boemboe.  Lekker vers, eet smakelijk. Sambal bij?