zondag 24 mei 2015

Picknicken aan de Tungelroyse Beek

[voor Liefde voor Leudal mei15]



De weg van Heythuysen naar Leveroy dat is de Noorderbaan. Ooit een randweg maar inmiddels deels omsloten door nieuwbouw. Maar er is ook een sluiproute van Heitse noa Leivere, langs de Tungelroyse beek, ontsloten sinds de reconstructie van een saaie stroom tussen de akkers en weilanden  tot een meanderend natuurgebiedje. Een van de fraaie stukjes Leudal nu toegankelijk, weliswaar het best met laarzen of goede wandelkistjes!

Even terug in de tijd.
Moerassige kwelgebiedjes verbonden met beekjes in de Kempen. Kleine stroompjes naar moerasjes in Swartbroek en Kelpen. Zo zag het er ooit, honderden jaren geleden, uit. Later werden de beken uitgediept en genormaliseerd om de moerassen te ontginnen en geschikt te maken voor landbouw. Er kwamen kanalen om ander water naar de Kempen toe te voeren en de Tungelroyse Beek werd een grote brede saaie stroom. Een stroom ook die een eeuw lang door de zinkindustrie werd gebruikt als afvoer voor zwaar vervuild water. Zink, cadmium en mangaan zakten in het slib. Tot zo’n vijftien tot twintig jaar geleden ging dit voort.
Bij de wens om de beek weer haar natuurlijke karakter te geven - een laaglandbeek meandert, slingert door het landschap - zat gelijk de plicht om de ergste rotzooi op te ruimen. Van de Kruispeel in Weert tot waar de Neerbeek in de Maas stroomt is de beek waar mogelijk geschoond en opnieuw uitgegraven. Duizenden tonnen vervuild slib zijn afgevoerd vervangen door een schone laag in de beekbedding.  Allemaal werkzaamheden om de beek zijn natuurlijke en zuivere karakter weer terug te geven.


En nu dan.
De natte lage oevers van de beek zijn nu ingericht als natuurgebied, open voor wandelaars. Bloemrijke weilanden, die extensief beheerd worden, zonder gif en kunstmest. Op Hemelvaartdag loop ik van de Heythuyserweg naar Leveroy. Via vier stukjes beekdal, steeds doorkruist, tja zo is het het in het volle Nederland nu eenmaal, door wegen. Het eerste stuk is ruig, brandnetels, zuring nauwelijks een pad eigenlijk. Voorbij landgoed Beijlshof begint een aangelegd wandelgedeelte met een visplek en een bruggetje, dankbaar gebruikt door zowel bewoners van St Charles als  wandelaars uit het dorp. Na de oversteek naar de andere oever verandert het totaal. De beek is aan het zicht onttrokken door jonge wilgen en elzen, mooie plekken voor watervogels.  Achter Leuker in Baexem gaan we weer naar de rechteroever.  Hier komen we de eerste natuurbeheerders tegen. Twee pinkjes en een koppeltje schapen begrazen de oevers aan beide zijden. Hier lopen we weer vlak  langs het water in een open landschap. Een grote karper spettert in het water. Een scholekster vliegt over. Boerenzwaluwen scheren over het wateroppervlak.  Ook in het laatste stuk richting Leveroy zijn natuurbeheerders bezig. Brandrode runderen en schapen houden hier de vegetatie kort. De weidsere graslanden, nu boterbloemgeel gekleurd,  leveren weer een ander beeld op. Via een voetgangersbruggetje steken we nog eens over voor het laatste stukje. “Waar boeren, waterbeheerders, natuurorganisaties en overheden samen werken aan natuurontwikkeling”, staat er op een bord.  Daar profiteert de burger van, vul ik aan: Wat een verrijking voor Leudal.  Picknickmandje mee?
De route via wandelknooppunten is  te vinden op : www.routebureaulimburg.nl/nl/routeplanner/wandelen/ daar kun je ook zelf wandelroutes samenstellen.



Andere  wandeltips en evenementen: https://www.liefdevoorlimburg.nl/wandelen/regio-leudal