zondag 13 november 2011

Johnny Hoogerland en de godvergeten klotekoe

Nee, zo hoog in de lijst van stoere mannen als Johnny zal ik niet komen. Ik heb niet die melodramatische ogen en ik fietste niet door. Ik hoefde ook niet gehecht. Ik stond een beetje bedremmeld naar mijzelf te kijken. Naar mijn armen en benen.  Uit de tientallen schrammen sijpelde langzaam kleine bloeddruppeltjes die eenmaal dik genoeg, een bloedlijntje begonnen te trekken. Ik droeg een korte broek en een mouwloos hemd. Elke vijf tot zes centimeter een bloedende schram. Perfect plaatje voor een horror B-film. Er waren drie getuigen bleek later. Hetty en twee klanten van de winkel, die  eventjes wilden rondlopen om de beesten en de boerderij te bekijken. Beduusd als ik was, ik weet niet meer hoe lang het duurde en in welke volgorde, ben ik naar huis gelopen, of eerst naar het kalfje.  Of misschien durfde ik wel niet meer terug naar het kalf. Later, na de wondbehandeling, ben ik al tijgerend door het lange gras naar het kalf geslopen terwijl Hetty de moederkoe lokte met brokjes. Met kloppend hart heb ik  daarna het dode kalf de wei uitgesleept en naar huis gebracht. Want zulke agressieve woede heb ik zelden gezien bij een dier.
Een jaar eerder kocht ik zes Limousin pinken, een Frans ras dat goed vlees levert en gedijt in sobere omstandigheden. Godvergeten klotekoe was de eerste van de zes die zou kalven. Omdat Limousins nogal schuw zijn en liever niet gestoord worden bij het baren keek ik met een verrekijker naar het verloop van het kalven. Dat verliep overigens voorspoedig. Na wat herhaald opstaan, liggen en persen gleed het kalfjein zijn opake geboortevlies  uit de koe die wat bedremmeld bleef liggen. Als verdoofd door de endorfines en vermoeidheid wellicht. Zou ze opstaan en direct gaan likken aan het kalf was er geen probleem, maar nu lag het kalf in zijn vlies. De ademhaling begint na de geboorte omdat de longen vollopen met lucht en de navelstreng, de levensader naar de moeder, breekt.  In het vlies stikt het kalf binnen enkele minuten.  Ik bedenk me niet langer en ren naar de koe die ongeveer  vijftig meter ver weg staat. Genaderd op een meter of tien kijkt de koe op en zonder enige aarzeling stormt ze op me af. Nou komen koeien wel eens vaker of je afgerend, als ze denken een nieuwe verse wei te krijgen bijvoorbeeld. Dat is ongevaarlijk, grappig zelfs. Maar uit de houding, de blik en het briesen was niet anders te concluderen dan wegwezen! Mijn loopconditie was niet zo slecht maar een koe rent nu eenmaal veel harder,( ja ik denk dat Johnny Hoogerland het op de fiets zelfs had afgelegd), dan een mens. Enkele seconden later ga ik horizontaal door twee rijen prikkeldraad. Met welke techniek de koe mij  heeft gelanceerd of dat ik in uiterste nood gekozen heb voor een noodduik, weet ik niet meer.  De serie schrammen is waarschijnlijk een akkefietje vergeleken wat mij had kunnen overkomen als ze mij echt te pakken had gekregen.
Wordt vervolgd…


Geen opmerkingen:

Een reactie posten