Bij het opruimen van de kelder kwam ik onlangs een zakje
boemboe tegen. Een boemboe is een geconcentreerd
kruidenmengsel gemaakt van fijn
gevijzelde kruiden en specerijen. Daarmee
breng je de nasi of bami op smaak. De
uiterste houdbaarheidsdatum was ergens in 2009.
Nieuwsgierig als ik ben heb ik het zakje toch geopend. Het zag er nog goed uit, geen schimmels, niet uitgedroogd,
als nieuw. Ik heb er dan ook niet weggegooid, gewoon nasi mee gemaakt, die prima smaakte en
geen buikklachten heeft opgeleverd.
Volgens schattingen wordt 30 tot 40 procent
van al het geproduceerde voedsel in de wereld niet opgegeten maar
weggegooid. Opmerkelijk is dat in rijke landen het meeste wordt weggegooid door
de consument. In arme landen gebeurt dat vooral tijdens de distributie en opslag. Voor ons is
het een luxe probleem, voor hen een logistiek gebrek. Maar
er valt dus overal veel milieuwinst te halen als we minder voedsel
verspillen. Waar verspillen we ons
voedsel?
Dat gebeurt door de hele keten, van boer, via
veiling of fabriek en winkel tot in
huis. Laten we vooropstellen dat het best moeilijk is om de vraag van de
consument goed te laten aansluiten op het aanbod van de boer. Beide hebben zo
hun grillen. Bij lekker weer wordt er anders gegeten en gedronken dan bij
slecht weer. En de oogst van de boer is evenzeer afhankelijk van het
klimaat. Zit alles mee bij de boer en
zijn de opbrengsten super dan heb je zomaar overschot. En verse producten kun
je niet zomaar weken bewaren. Gevolg is dat er producten doorgedraaid worden of
soms zelfs hele gewassen gewoon omgeploegd worden.
Verder worden producten ook geselecteerd op
kwaliteit en uiterlijk. Kromme komkommers of wortelen, appelen met een vlekje
komen niet in de schappen en belanden soms ook
op de composthoop. Waarom zou je
deze tweede keus niet naast de eerste keus aanbieden in de winkel? Of via de voedselbank verspreiden?
Alle verpakte producten hebben een houdbaarheidsdatum. Bij bederfelijke waren, zoals melk, vis en
vlees, is dit een belangrijke datum. De kans dat de producten niet meer te eten
zijn is na die datum best groot. Voor de
meeste producten echter is zo’n ten-minste-houdbaar-tot-datum geen kwaliteitskwestie. Het is een datum die aangeeft tot hoelang de
producent zich aansprakelijk voelt voor kwaliteitsaspecten, meer niet. Zelfs op zout staat een datum, gewoon omdat
het wettelijk moet, terwijl dat zout miljoenen jaren oud is! Velen gooien producten die over de datum zijn
weg. En dat is nergens voor nodig. Kijk,
ruik en proef of een product nog goed is. Yoghurt kan best 2 of 3 weken goed
blijven. Conserven blijven jaren goed.
Oordeel zelf.
Hoe nog meer verspilling te voorkomen? Bedenk
van te voren goed wat je wil eten, maak een boodschappenlijstje en eet voor je
boodschappen doet. Shoppen met een lege maag
zorgt voor vollere boodschappenkarretjes. Plan elke week een kliekjesdag. Koop niet alles op een dag in de week. Ga
voor verse groenten en zuivel apart naar
de specialist. En tot slot: check je koelkasttemperatuur. Het beste is 6-7
graden Celsius. In de zomer moet je de instelling aanpassen.
Terug naar de nasi.
Ik ga nu naar de toko, koop verse laos, gember en kurkuma. Fruit kleingesneden
ui, prei, knoflook in zonnebloemolie, voeg de geraspte specerijen erbij, met
komijn, koriander, zout en peper en sojasaus. Laat een tijdje sudderen en je
hebt je eigen boemboe. Lekker vers, eet
smakelijk. Sambal bij?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten