Onze voorouders waren
jagers en verzamelaars. Wat ze
konden vangen, vissen, schieten of doodknuppelen aten ze op. Wat ze, struinend
door velden en bossen konden plukken of uitgraven, verzamelden ze. Dan stookten ze een vuurtje en roosterden de
spullen. Iets wat genetisch verankerd lijkt,
gezien de populariteit van het tuinbraden
zo gauw het weer het toelaat. Volgens
veel voedingsdeskundigen is ons lichaam
eigenlijk nog steeds afgesteld op dat soort eten. Er zijn inmiddels heel wat volgers van dit
zogenaamde Paleo-dieet. In het huidige tijdperk betekent dat een menu van
dierlijk eiwit en groenten, vruchten en zaden en weinig koolhydraten. Helemaal
top als je ook nog eens door een bos gaat joggen.
Maar nu eten we toch
vooral veel koolhydraten. Niet alleen suiker, maar ook pasta, brood, rijst,
pizza en aardappelen. Producten die zijn
ontwikkeld nadat we van jagers veranderden in boeren. Want we gingen op een
vaste plek wonen, bos kappen om planten te verbouwen en beesten houden in plaats van
achter ze aan te hollen. En dat is zo
succesvol geworden dat we onze buikjes inmiddels te rond eten aan al die nieuwe
landbouwproducten, terwijl ons eet-DNA
nog in de oerstand staat.
Zeker in Nederland, voedselproducent bij uitstek, hebben we de luxe van elke dag vlees op ons
bord en is de culinaire traditie: aardappels, vlees en groente en pudding na.
Elke dag vlees is een verworvenheid die we koesteren en die men in opkomende
landen in Azië en Afrika maar al te graag wil kopiëren. En daar gaat het
misschien wel wringen in de toekomst.
Voor vlees is nu eenmaal meer grond, water en energie nodig
dan voor groente, graan, fruit of peulvruchten. En als er serieuze
voedselschaarste komt moeten we keuzes maken.
Je kunt nog verder gaan en de vleeseter als een
milieucrimineel zien. Het stikt van dierenorganisaties en andere partijen die
oproepen tot vegetarisme of veganisme.
Zij zien de wereld naar de knoppen gaan als we vlees blijven eten. Dat is wat kort door de bocht, maar een punt
hebben ze wel: het kan best wat minder. Om dat te promoten is het flexitarisme
bedacht. Neem een dag, of twee of drie,
geen vlees en je bent een vriend van het milieu. Prima, doen! Maar let wel op wat je als vervanging neemt.
Als je het supervoedzame vlees vervangt door alleen kaas, pasta/rijst of
aardappels en je het verlangen naar vlees
gaat compenseren door te snacken dan
ben je voor je gezondheid slecht bezig. Vervang het vlees dus bij voorkeur door
groenten of peulvruchten of vette vis. Dat is gezonder. Er zijn ook
vleesvervangers, plantaardige nepschnitzels en kipsate’s. Ik heb er niks mee,
maar ze zijn wellicht handig bij het afkicken. Wil je echter serieus aan het flexiteren doe
dan een kookcursus, bij voorkeur een vegetarische. Want een ding kan ik wel
garanderen. Afwijken van het supertrio aardappel, groenten en vlees levert een
enorme culinaire verrijking op. En daarmee komen we toch weer op de smaak,
het belangrijkste aspect om te komen tot een gezond en plezierig eetpatroon.
Flex smakelijk!
Reacties? info@heijerhof.nl
Geen opmerkingen:
Een reactie posten