vrijdag 28 oktober 2011

Tong


Wat ik benijd aan koeien. Hun tong. Waar wij mensen moeilijk moeten doen met katoenen zakdoeken, papieren tissues of de wijsvinger, heeft de koe haar tong. Met een sierlijke zwaai verdwijnt de punt van de tong in linker en rechter neusgat. Een zwaai die een zekere soepelheid heeft zoals de zelfverzekerde jongeman een jasje over zijn schouders gooit. Zo’n tong is ideaal, reinigt als een schuursponsje. Wie nog nooit een koeientong gevoeld heeft; de bovenkant is ruw als schuurpapier. Ze krullen de tong namelijk om het gras en scheuren het dan af. In het bovengebit ontbreken snijtanden. Dus gras afbijten kunnen ze niet. Zo’n ruwe tong geeft dus grip.

Caroline is mijn favoriete koe. Zij is groot en stevig met mooie kromme horens. Ze likt graag aan mijn blote armen of benen. Gratis scrub. Maar goed. Caroline was onlangs toe aan kalven. Althans ze was tonrond en ongerust keek ik dagelijks of ze al tekenen vertoonde, zoals een dikker uier, lossere bekkenbanden of slijmdraden. Maar een maand later was ze nog steeds alleen maar dikker geworden. Ik vermoedde een tweeling en haal haar naar de huiskavel zodat ze naar binnen kan bij complicaties. De dag erna,  een woensdagmiddag, het is bloedheet, zie ik haar met resten nageboorte staan, in de schaduw van de bosrand. Yes, ze heeft gekalfd. Maar waar is het kalf. Ik zie het niet en zoek in het hoge gras en in de struiken. Niets. Iets klopt niet en ik haal Caroline naar binnen. Ik haal de verlossingspullen - glijmiddel, desinfectiespul, touwtjes en houtjes. Eerst voel ik twee slappe pootjes. Als dat maar goed is. Maar he, ik voel ook twee stevige pootjes die reageren. Toch een tweeling! Het lukt me de juiste pootjes in de baarmoeder bij elkaar te grabbelen en  beide kalfjes met de touwtjes en houtjes uit de koe te trekken. De eerste, een vaarsje, is al een tijdje dood, teleurstelling, 9 maanden wachten voor niks. De ander, een stiertje, is kerngezond. Opluchting. Helemaal bezweet en onder bloed en slijm, moe van de (in)spanning ben ik toch tevreden. Omdat het mij en haar gelukt is om het kalfje op de wereld te brengen. Een uurtje later staat het kalfje wiebelend bij moeders te drinken. Mijn dag is goed.

zaterdag 22 oktober 2011

Varkens zijn toppers.


 
November is slachtmaand. Waarom november. Omdat er in voorjaar en zomer voer was en het varken vetgemest kon worden. Dat duurde toen veel langer dan nu, vanwege het ontbreken van krachtvoer en omdat men een zwaar vet varken wilde. Bovendien kon het vlees in de winter beter bewaard worden. Gezouten, gerookt of gedroogd. In onze keuken bevindt zich nog een droogkast en in de kelder een pekelbak. Trouwens zo lang geleden is dat niet. Ik herinner mij als kind het thuis slachten nog. Het beest werd toen al wel bij een slager of in een slachthuis geslacht maar het uitbenen was thuis. Op een tafel in de bijkeuken. De slager met zijn schort en vlijmscherpe messen. Alles werd verwerkt. We mochten om de beurt aan de worstmolen draaien. En in de balkenbrij roeren. Een prachtige dag altijd. Nog steeds vind ik slager een mooi ambacht en heb ik geen gevoelens van afkeer bij de slacht. Ik wil best eens een dier zelf slachten. Als je vlees eet moet je er de consequenties van inzien.

Vier varkens houden we. Heb je er vijf dan ben je een echte varkensboer voor de wet en moet je varkensrechten kopen (ca 180 euro per dier) en aan allerlei verplichtingen voldoen. Vier biggetjes van 25 kg kopen we bij een biologische collega en mesten ze af tot 120 kg (of iets meer). Die gaan naar de slager en dan komen er nieuwe biggetjes. Van alle dieren is afscheid van de varkens het lastigs. Varkens zijn top. Ik snap niet waarom bepaalde volken er zo negatief over zijn. Ze spelen, graven, knorren, rennen.  Ze graven een nest, bedekken zich met stro en liggen heerlijk tegen elkaar ‘aangehugd’ te slapen. En ze bevuilen hun nest niet maar poepen in een hoekje. Binnen enkele dagen kennen ze het baasje en kun je ze aaien. Op tv al eens gezien dat varkens een beetje intelligent zijn, zeg maar op het niveau van een chimp of een dolfijn. Dat maakt het dan weer moelijker. Maar uiteindelijk is er de troost dat het vlees wordt genuttigd door onze eigen klanten en onszelf. Voor de anonieme markt, nee, dat lijkt mij niks met varkens.

donderdag 20 oktober 2011

Verse peultjes! Mei



Eind mei is het zover. De eerste nieuwe aardappels en verse peultjes. Wordt sterrenkok in een handomdraai. De aardappels wassen, 5 tot 10 minuten koken. Sjalotjes en een uitje in lekker veel echte boter en olijfolie (en niet in rare braadproducten) zacht bakken. Een karbonaadje van onze eigen scharrelvarkens erbij. Na een minuut of vijf de aardappels even mee laten bakken. Of glaceren, als je het mooier wilt laten klinken. Eventueel wat champignons en een beetje bouillon voor de jus. Als alles klaar is de peultjes in kokend water heel kort blancheren. Afgieten en spoortje zout erover. Een beetje verse groene sla aanmaken met een frisse dressing. Pan op tafel en eten. Toetje: verse aardbeien, liefst de lambada’s van de volle grond. Kun je moleculair koken tot je een ons weegt; lekkerder krijg je het niet.

Mei is ook de maand van de schoolexcursies. Op de boerderij krijgen we dan groepen van de basisscholen uit de regio. Dan leer je weer hoe ver de meeste kinderen  af staan van de natuur en de landbouw. Ruiken ze een stal, dan stinkt het volgens de ambipuurkinderen. Gelukkig hebben we veel jonge beesten; kuikentjes, lammetjes, biggetjes en kalfjes. Ontdekken ze die dan vliegen ze er gillend op af zodat de beesten schielijk wegkruipen. Aaien willen ze en voeren. Na afloop ligt het voer in de stal in plaats van voor het voerhek. Ondertussen probeer je een verhaal te houden over biologische landbouw, de natuur en gezonde voeding. Of er veel van blijft hangen?

We gaan ook altijd de moestuin in om groenten te laten raden. Venkel is asperge, aardappel is tomaat, wortel is rode biet. Het is opvallend hoeveel groenten kinderen nooit gegeten hebben, behalve misschien onherkenbaar in de babyvoeding uit een potje. Eten ze alleen maar broccoli? Ook veel ouders trouwens kennen de groenten alleen in de staat waarin ze worden aangetroffen in de winkel. De kinderen zijn overigens best bereid alles rauw te proeven, sla, kruiden, peultjes en tuinbonen. De handjes verdringen zich voor een gratis monstertje. (Als dank vaak een liedje over geitje mekmekmek die in de tuin heeft huisgehouden. Gebaseerd op waargebeurde feiten.) Kortom het ligt niet aan de kinderen. We gaan de excursies voortaan  aanbieden aan de ouders!

dinsdag 18 oktober 2011

Multifunctionele agrariër


Multifunctionele agrariër

Ik ben een rundveehouder, varkensmester. Kippenboer, schaapherder en ezeldrijver. Ik ben grasteler, graanteler en tuinbouwer. Fruitteler, snoeier, plukker, notenraper. Slasnijder, tomatendiever, peultjesplukker. Poter, zaaier en planter. Ik ben timmerman, lasser, monteur elektricien, pijpfitter,schilder, onderhoudstechnicus, tractorchauffeur.
Natuurbeheerder, bosbouwer, hovenier. Ik ben gastheer, verteller, leraar, gids. Jammaker, soeptrekker, kok, afwasser, cateraar, ober. Bakker, beenhouwer en groenteboer. Ik ben boekhouder, administratief medewerker, facilitair manager en interieurverzorger. Subsidiedeskundige, calculator en incassobureau. Jurist. Inkoper, verkoper, commercieel medewerker, content-maker. Marketingmedewerker, uithangbord, aanspreekpunt. Ik ben veevervoerder, vleesvervoerder, dierenarts. Strontschepper, grasmaaier, loonwerker. Vogelverjager, onkruidbestrijder. Facilitator, werkbegeleider. Idealist, realist, boergondiër. Ik was ooit milieuactivist, en later geitenmelker, kaasmaker en affineur.
Ik ben muziekliefhebber, vader, zoon, broer en neef. Maar zal ik ooit een schrijver worden?

Kwaad kersen eten, Juni 2010



Met spreeuwen is het kwaad kersen eten. Vanuit ons perspectief dan. Spreeuwen zelf kunnen verdomd goed kersen eten. Ze zijn helemaal verzot. Ze kunnen niet wachten tot ze rijp zijn. Ze pikken al direct de eerste lenteblosjes van de kersenwangetjes. De eerste spreeuwen twitteren direct al hun familie, vrienden en kennissen zodat je enkele dagen later al 25 spreeuwen hebt. Voor je het weet is het een kersenkerkhof onder de boom. Weer een jaar waar alleen de uitbundige voorjaarsbloei je vreugde heeft geboden. Maar dit jaar eens niet. Terwijl op Pinkpop Bruce Springsteen de heilige mis opdroeg heb ik samen met Hetty een net om de best dragende boom proberen te wikkelen. Halsbrekende toeren met ladders, voorladers, touwen  en lange stokken. Uiteindelijk was het half geslaagd. In ieder geval een behoorlijke kersenoogst in het vooruitzicht. Het gehannes in de boom deed de spreeuwen trouwens zeker een week wegblijven.  Mooi meegenomen. Omdat de spreeuw zo’n prachtige zanger is sluiten we een deal. Allebei wat. Maar dan wel ‘s-ochtends vroeg op het hoekje van de stalnok je trillers, piepers en fluitjes laten horen. En met z’n honderden van die prachtige patronen vliegen tegen een herfstachtig wolkendek. Louter lof  trouwens voor een andere vogel, de boerenzwaluw. De JSF onder de vogels eet alleen insecten en wel 50.000 per week, blijft van de gewassen en heeft een onwaarschijnlijk mooie metallic kleur (net als de kievit). En ze komen iedere keer weer terug. (Deden de klanten dat maar.) Een vogeltje om onvoorwaardelijk van te houden.

Juni is de maand van de lekkere vruchten. De aardbeien, frambozen, kruisbessen en rode bessen. Lekker en gezond en alles wat niet vers gegeten wordt, hup in de diepvries voor heerlijk huisgemaakte jams. Juni, de maand van de hoop en verwachtingen. Lukken de teelten. Want van alles kan er mis gaan: te heet en te droog dan gaan gewassen schieten, heet en vochtig dan rukken de schimmels op. Kou dan willen de bonen niet. Koolvliegjes kunnen je raapjes vernielen. Of hagel al je mooie bladgewassen. Zelfs een nachtvorstje ligt nog op de loer. En dan moet de afzet nog een beetje kloppen anders kun je kruiwagens sla naar de mesthoop brengen.
Maar juni is uiteindelijk toch een feest voor de smaakpapillen: naast het fruit de tuinbonen, peulen, capucijners, worteltjes, rodebiet, venkel, sjalotjes en het eerste lamsvlees. Met rozemarijn en bij goed weer op een echt vuurtje  natuurlijk. Elke kans om fikkie te stoken wordt aangegrepen.

Wie voedt de kuikens op. September 2010

Droogte teistert de boerderij dit jaar. Al vanaf april is de regen schaars. Af en toe een korte regenperiode maar meestal droog. Heerlijk hoor maar het is eind september en de weilanden zijn kaal en dor. Ook de tuin is lastig; de waterminnende gewassen (bijvoorbeeld venkel, prei, knolselder, bleekselder) doen het matig. Het blijkt ook goed weer voor luizen en vliegjes. Wortel, spruitkool, broccoli, raapjes. Alles heeft last van beestjes. De tomaten, paprika en courgette houden wel van droog en warm en doen het goed.
Voor de kippen is het wel een vruchtbaar jaar. De krielen die we van vrienden hebben gekregen zorgen voor een kip explosie. Kip tijdje foetsie. Drie weken later trippel trippel met haar kleintjes. Ik smelt. De eerste dagen lopen de kuikentjes onder de gespreide vleugels van de moederkloek. Bij gevaar duiken ze onder. Geen probleem:een stuk of twaalf kan ze er kwijt. Later verschijnt weer een kopje door de veren, en nog een.. Eentje floept er onderuit. En daar gaan ze weer. Moederkip is zorgzaam en vliegt  andere kippen, poes en boer aan als ze te dicht  in de buurt komen. De kuikentjes piepen voortdurend en moeder tokkelt, koert en kroelt terug. In Wageningen hebben ze kippentaal geanalyseerd; Er wordt zinnig gepraat tussen kip en kroost. Er schijnen zeker 30 tot 40 kippenwoorden te bestaan. Zijn er zoogdieren buiten de mens die beschikken over zoveel woordenschat? Zelfs prenataal is er verbale communicatie.
Goed, nu scharrelen leren: Krabben met de linkerpoot, krabben met de rechterpoot. Een pasje terug en de kuikens laten pikken. Zij pakt iets op en legt het voor een kuikentje neer. En zo gaat dat dagen en weken door. De kuikentjes groeien en nemen steeds een stukje extra bewegingsvrijheid. En dan opeens vliegen ze uit. Er vormen zich nieuwe groepjes rondom de beste haantjes en ja u raadt het al. Nu hebben ze dit jaar al zo’n 40 nieuwe kuikens grootgebracht. Want dat doen ze echt; grootbrengen. En dat brengt mij iets dat ik iedereen wil vertellen. Ik heb het ooit eens opgepikt, maar dit jaar dringt het echt tot mij door. De  kuikens op de boerderij worden grootgebracht en opgevoed. Terwijl alle productiekippen worden uitgebroed door machines. Geen moeder die ze leert om te eten, om beschutting te zoeken, om vijanden te herkennen, om woordjes te koppelen aan gebeurtenissen. Miljoenen wezen worden zomaar met (tien)duizenden in een groep gekwakt. Ik vind dat verdrietig.