dinsdag 21 februari 2012

Schmallenbergspanningen (2)

Op stal huppelen veertig lammetjes tussen de moederschapen. Ze liggen in knoedels in een hoek te slapen en af en toe zoeken de ze de moedermem op. Dan stoten ze de uiers en kwispelen hun staartjes. Hoogtepunt is het rare sprongetjes maken ofwel dartelen. Dat is echt heel komisch. Ik betrap me soms op hardop lachen in de stal.
Terwijl ik amper twee weken terug , op het graf van Amy Winehouse, zweerde dat die stomme lompe asociale schapen maar een moesten oprotten. Dat was na een paar lastige verlossingen, verstoting van lammeren en een Schmallenbergje. Een wat? Ja een Schmallenbergje is een eufemisme voor een heel vervelende ziekte die dit jaar zijn intrede heeft gedaan. Een virus dat zorgt voor misvormde lammeren die dood worden geboren of snel sterven. Heel schapenhoudend Nederland heeft er mee te maken.
Een van de schapen was duidelijk niet lekker aan het puffen. Geen vooruitgang en een wanhopige blik. Opstaan, liggen, persen, opstaan,liggen etc.
Als gynacoloog ga je dan met schone, rijkelijk van glijmiddel voorziene, handen naar binnen. En dan voel je hoe het lam erbij ligt. Meestal is er een pootje achtergebleven, die haal je dan voorzichtig naar voren. Het hoofdje hoort op de beide voorpootjes gelegen naar buiten te komen. Soms liggen er twee pootjes verkeerd of is het hoofdje naar achter gekanteld. Het komt ook voor dat je zes pootjes voelt omdat een tweede lam ook naar buiten wil en daarbij de eerste naar voren heeft geduwd. Dan is het puzzelen. Meestal is het op te lossen. Maar die keer voelt het meteen raar. Je hebt een beeld in je hoofd van de anatomie van een lam, maar het klopt niet. Je voelt dat het beestje niet leeft.
Ik probeerde de voorpootjes bij elkaar te brengen, maar dat lukt niet goed. Dan maar hoofd en een pootje. Bij het trekken knapt het onderbeentje af. Sta je met een amuletje in je handen! Serieus dat is heel naar. Ook het andere pootje breekt af, zodat ik het lam aan zijn hoofdje moet verlossen. Het beestje ziet er niet uit. De bovenbeentjes staat de verkeerde kant op. De rug is krom en de borst vergroeid.
Een typisch geval van Schmallenberg blijkt als de Voedsel en Waren Autoriteit komt kijken en bloed tapt van de moeder. Ik moet vragen beantwoorden en krijg later in de week alle bevestigingen.
Verder geen consequenties. Alleen een nare vrees voor de 25 ooien die nog moeten. Dan denk je terug aan de tip van een kennis: schapen, begin er nooit aan.
Maar ja nadien gaat het super en is er alleen maar gezond spul geboren en dartelen ze ,nu nog binnen maar, straks ook buiten in de wei.

vrijdag 3 februari 2012

Elfsteden alleen voor Friezen

Ik wordt een beetje gek wanneer bij de eerste vorstdag horden journalisten naar Friesland trekken om de schaatskoorts aan te kondigen. Als je op TV wil komen moet je zorgen dat je als eerste een quasi gevaarlijke plas op gaat. Heel Hilversum rukt uit om dat te filmen. Op de tweede vorstdag begint men de ijsmeesters lastig te vallen en worden er gaten in het ijs geboord: 2,5 cm. Op de derde dag gaan DWDD en PenW  herinneringen ophalen aan 1962, met Rendier Paping en Jeen van de Berg. Op de vierde dag komen de eerste commercials voor choco en vieze rookworst. Morgen zal de eerste durfal de route gaan verkennen.  Nou ja je begrijpt wat ik wil zeggen. Hoe groter de hype wordt hoe meer  verzet ik  voel opkomen. Ja en op het eind verkneukelijk ik mij dat het net niet door gaat. Het wordt al maar minder mooi namelijk. Met honderduizend cameras en iedereen die al schaatsend filmt, fotografeert en twittert . En met miljoenen schaatsallochtonen die komen zuipen en feesten, wordt ook de mooie elfstedentocht  commercieel aangerand.   Ik zou er voor willen pleiten dat alleen echte Friezen nog de elfstedentocht mogen rijden en bezoeken.

Dat terwijl ik een schaatsfanaat ben. Ik ben al heel lang lid van de Elfstedenclub maar heb helaas nog nooit kunnen rijden. Maar ik heb wel vaak serieuze voorbereidingen getroffen. Tochten in Kortenhoef, Rottemeren, de Gouwzee; ik heb het gedaan. En alle plassen in de buurt natuurlijk. Dat zijn er niet zoveel, want ik woon in Limburg. En daar was ik 30 jaar geleden toch een early adopter van de Noren. De meesten krasten toen nog op kunstschaatsen rond. Ik dichtte mij dan ook kansen toe om een van de snelste Limburgse elfstedendeelnemers te kunnen worden. Ik hield de ervaren regionale toerrijders gemakkelijk bij. Dat werd versterkt door een wedstrijdje op de Weissensee, waar ik  een groepje amateurs, waaronder een meervoudig elfstedenklepper,  versloeg op de 50 km.  
Nu gaat het helaas niet meer, dankzij vervelende rugpijn, is de schaatshouding niet meer mogelijk. En ik ga niet een beetje rechtop, met de armen fladderend, hannesen.  Schaatsen is diepe kniehouding, beide handjes op de rug, lange slagen, liefst in een klein groepje, dat kop over kop overneemt. (Ach word ik toch sentimenteel.)

Dus ja, ik ben gewoon wel verdrietig over mijn mislukte missie. Ik gun het al die kleppers wel om de tocht te doen. Maar ik gun het de rookworsten, choco’s, dwdd’s , penw’s, sidekicks en andere elfstedengeilaards eigenlijk niet.