Met een clubje eetbetrokkenen van allerlei pluimage mochten
wij eind oktober een potje Europees geld kapotslaan. Waarschijnlijk uit een
Interreg pot, bedoeld om de landen tot elkaar te brengen, want dat is het
hogere doel: 1 Europa. En daar mag wat smeergeld voor worden ingezet. En wie
ben ik om daar tegen te protesteren als je gratis naar de SlowFoodbeurs mag.
Met een burgemeester, verkoopmensen, publieke relatie mensen,
projectenbedenkers, een kok, een streekproductenpromotor, een wijnboer en de
gek zelf. Een fantastisch leuk gezelschap. En ja we hebben een heel druk
programma doorlopen voor jullie goedwil. Niks lanterfanten. Een indruk (deel 1)
De Salone del Gusto ofwel de Terra Madre ofwel de 2 jarige Slowfoodbeurs
werd bezocht op vrijdag. En dat was toch
wel een openbaring. Het vindt plaats in
Turijn, in oude Fiat fabrieken en het belendende oud-olympisch schaatsstadium. Er stonden hele lange rijen voor de
tientallen ingangen. Ik dacht even dat we voor Juventus-AC-Milaan stonden aan
te schuiven. Maar nee hoor deze mensen
staan echt in de rij voor worstjes en
kaasjes. Alleen kopen ze geen kaartjes vooraf via internet. Dus het kost wat moeite om op tijd binnen te
komen. Eenmaal binnen begint de
schuifeltocht langs ontelbare kraampjes met worsten, hammen, kazen, broden,
wijnen, bieren, oliën, granen, rijsten, tomaten, chocoladen, snoepen
en eetkraampjes ingedeeld naar Regio in Italië.
Deze afdeling bestrijkt het overgrote deel van de beurs. Eindeloos en niet te doen om allemaal te
bezoeken. Maar wat een rijkdom aan smaken en vormen. Het meeste was erg lekker,
maar ik vond toch ook hele vieze bitterzoete
kaas. Moet kunnen toch.
"Prosciutto del Tette"
In het voormalige ijsstadion was de internationale beurs.
Met een ietwat kleine Nederlandse afdeling die dan weer oververtegenwoordigd was
met lamsham, toch niet een typisch Nederlands product. Maar hulde dat ze er
waren: Kempenham en Herderham, samen met Hottie Sambal, Waddenproducten, Bier en Kaas. Die internationale beurs is
overigens heel erg leuk. Apenbroodchips uit St Tome en Principe (niet echt
lekker) met een Cola uit Sierra Leone (mwah). Kom daar maar eens om. Of een
elandendroogworstje uit Noorwegen (Noorweegs geprijst-dan weet je het
wel). Hongaarse worstjes van die
schattige Mangalica wolvarkens. Boerewors uit Zuid-Afrika en Palestijnse
Olijfolie; voor foodies is Palestina wel een land (goeie olie maken ze daar
trouwens). Ik had een geweldige dag.
Maar het meest indrukwekkend zijn toch wel de bezoekers. De Italianen. Er komen
meer dan 50.000 bezoekers per dag, vijf dagen achter elkaar. En niet alleen de usual suspects en de internationele
slowfood leden. Nee de meeste bezoekers zijn gewone Italianen: kinderen,
bejaarden, gezinnen, pubers, adolescenten. Dat is echt het meest schokkend. Deze beurs is
een uitje voor de Italiaan. In Italië is iedereen een foodie. Wat is Nederland een arm land op culinair
gebied! Al die kaasjes, worstjes,
biertjes en broodjes zijn weggepest door de Campina’s, Stegemansen, Heinekens
en Unilever-filialen en omgezet in industriële standaardproducten. Wist ik dat niet al? Ja maar het komt zo toch
weer heel sterk binnen. Daar was geen
gepraat of congres voor nodig. Dat lukt ook niet echt, want de meest Italianen
spreken geen Engels en ik geen Italiaans. Italians don’t talk Slowfood. Die
hebben geen behoefte aan 1 Europa op eetgebied. Die vieren elke lunch en diner
hun eigen Slow Food feestje. Geef ze eens ongelijk.