woensdag 7 oktober 2015

Koe in de wei, iedereen blij?


uit Smaaktoerboekje 2015

De melkkoe in het grasgroene landschap van Nederland is een iconisch beeld. Nederland is zuivelland nummer een  van de wereld.  Vanwege ons goede klimaat en de beschikbaarheid van veel grond die niet geschikt is voor akkerbouw hebben we altijd veel koeien in de wei gehad. En heeft de zuivelsector zich ontwikkeld tot een high tech industrie, met koeien die  10.000 liter melk per jaar kunnen geven.  Voor die topprestaties zijn omstandigheden nodig die steeds vaker leiden tot het binnenhouden van de dieren. Inmiddels is dit een debat geworden tussen dierenbeschermingsorganisatie en de sector.

Toen ik kind was hadden we zo’n 15 koeien. Die stonden in de winter met een ketting vast op stal. Mijn vader ging met de melkkan van koe tot koe om ze te melken.  Hij was maar wat blij als ze in het voorjaar naar buiten konden.  Dan werden ze gemolken in een mobiele melkinstallatie in de wei.  Heus veel beter dan met de hand maar toch behelpen. In de jaren zeventig kwam er verandering. Er moest meer eten geproduceerd worden, efficiency, schaalvergroting  waren de toverwoorden. Er kwam een nieuw staltype; de ligboxenstal.  De koeien kregen individuele bedjes en aparte vreetplekken.  Poep en plassen deden ze op een rooster boven een mestkelder.  Revolutionair, de koeien verlost van de donkere grupstallen,  de boer verlost van stromest kruien.  Mijn vader zingend in de put, de verdiepte melkstal. Nu kwamen de koeien naar de boer en niet andersom. Een systeem dat prima combineerde met weidegang.  Zeker omdat alle percelen dankzij ruilverkavelingen werden geconcentreerd rond de boerderij.  Iedereen kent het beeld (of geluid) van de boer die zijn koeien ophaalt (of roept).  
Maar de intensivering gaat door, de productie stijgt,  meer voer, meer melk , meer poep.  De kostprijs moet omlaag en de efficiency zo hoog mogelijk.  En dan komt er een nieuwe optie.  De koeien binnen houden en het gras naar de koe brengen.  Dan haal je maximale opbrengst van je weiland.  En je kunt je mest beter managen. Want vaak is er teveel en moet die afgevoerd worden. Steeds meer boeren schakelen daar naar over.


Tot onvrede van de dierenvrienden en romantici. Koeien horen in de wei, dat is hun natuurlijk gedrag immers.  De koeien zijn graag binnen en worden verwend met luxe ligboxen en krijgen hun prakkie gewoon voorgezet. Als ze het niet goed hebben geven ze heus niet zoveel melk is het -overigens niet steekhoudende- argument.  Het debat is inmiddels inzet van campagnes. Koop geen kaas van stalmelk roept Wakker Dier. Zuivelbedrijven bieden een bonus voor boeren die blijven beweiden.  De keuze voor de meeste mensen blijft: koeien in de wei.

Maar dan komt een nieuwe stap. De vrijloop- of serrestal, weg kelders, weg ligboxen. Een grote ruimte met een dak waar de koeien vrij kunnen lopen.  Op de vloer houtkrullen of stro, die regelmatig worden bijgestrooid, een soort  gemoderniseerde potstal.  Een mooi klimaat. Zeker in de zomer als het erg warm is dan is de koe liever onder dak. En nog mooier geen drijfmest meer, maar mooi vruchtbaarheid verbeterende compost uit de stal. Een bijdrage aan een beter benutting van mineralen en vermindering van ammoniakuitstoot.  En de boer is weer uit de put, de robot werkt dag en nacht en de koe laat zich melken als zij dat wil.  Koeienemancipatie.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten