maandag 25 maart 2013

Smaaktoer Leudal (2) Over smaak

Over smaak            (geplaatst in Leudalnieuws 13 maart 2013)
In de Week van de Smaak, op 29 september,  kun je al toerend een mand producten met bijbehorende recepten uit Leudal  verzamelen. Op die dag ontmoet je boeren, verwerkers, schooltuinvrijwilligers en koks.  Je bezoekt een expositie over duurzaam voedsel, geniet van verse producten en steekt een hoop op.

Over smaak valt niet te twisten. Smaken verschillen. Twee gezegden over smaak. Waarom kloppen ze. Omdat smaak een complex is van natuurkunde, scheikunde en psychologie. Van stofjes en gevoelens zeg maar. Voor we ingaan op smaak in Leudal daarom nu eerst een kort college smaak. En nu niet lachen, want er is echt een heuse smaakprofessor in Nederland.
Smaak zit deels op de tong. De smaken bitter, zuur, zout en zoet worden door de smaakpapillen, een soort voelsprietjes  op de tong,  herkend.  Er zijn groepen smaakpapillen met hun eigen specialisatie. Zij geven  aan je hersens door wat voor een soort smaak ze herkennen.  Zo proef je zoet vooral met je puntje van de tong en bitter met het achterste. Zout en zuur wordt vooral  aan de zijkanten geproefd.
De  vijfde smaak  heet  umami. Umami (旨味) is een Japans woord dat 'heerlijkheid' of 'hartig' betekent. Bekendste umami is de smaakversterker (mononatrium)glutamaat ofwel E621. Maar natuurlijke umami zit ook in erwten, zeewier, bouillon, paddestoelen, oesters , kaas en nog veel meer voedingsstoffen die hartig zijn.  Een zesde smaak of smaakervaring is olie- of vetachtigheid. Hoe lekker iets in je mond aanvoelt.  Waarom smeren we boter of het brood, roeren we een klontje door de puree, maken we een dressing met olijfolie?  Niet alleen omdat vet veel smaakstoffen bevat maar ook omdat het een prettig mondgevoel geeft.  

Dat is nog maar de tong, bij smaak is de neus minstens zo belangrijk. Probeer maar eens te proeven met een verstopte of dichtgeknepen neus.   De neus is bij de meeste mensen, en zeker bij dieren, nog veel gevoeliger dan de tong.  Echt van iets proeven betekent vooral eerst ruiken, dan voelen in je mond.  Combinaties maken, kauwen, slikken; er kan nog van alles gebeuren. Dat is de scheikunde. De samenstelling van elke voedingsmiddel bepaalt de smaak die wij leren te herkennen.  En daarbij komt dus het brein om de hoek kijken. Na onze geboorte krijgen we moedermelk, zoet en vet, en dat bepaalt lang de voorkeur van kinderen. Door nieuwe dingen te proberen  en door leeftijdsafhankelijke smaakontwikkeling verandert dat.  In de loop van onze eet historie bouwen we een geheugen op voor smaken, geuren en de bijhorende kleuren.  Bij sinaasappel hoort zoet, zuur en oranje. De positieve ervaringen maken dat we iets lekker blijven vinden. De negatieve ervaringen dat we iets vies vinden.  Een positieve ervaring kan op basis van smaak zijn. Maar ook een situatie zoals het eerste etentje met je nieuwe liefde, een warme herinnering aan je oma, of dat speciale vakantieplekje.  En zo zal ook iedereen wel een ervaring hebben met  bedorven of mislukt eten of iets wat tegen heug en meug gegeten moest worden.
Kortom smaak is een enorme grote bak met mogelijkheden. Daarom zijn er honderdduizend kookboeken, tientallen kookprogramma’s en miljoenen recepten. En verschillende meningen. Mooi toch!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten